VERSLAGZWITSERLAND

Zesdaagse reis naar Seelisberg in Zwitserland : van 8 tot en met 13 september2013.


Dag 1 : Op  zondag 8 september stonden we in de vroege morgen met 47 reizigers klaar om te vertrekken naar Seelisberg. Na een verwelkoming door onze gids Jo konden we nog wat uitrusten. Het vlotte verkeer bracht ons via België , Luxemburg en Frankrijk naar onze eindbestemming Zwitserland.  In Zwitserland werden we verwelkomt door een flinke regenbui. Na een forse klim kwamen we aan in het hotel

‘ BELLEVUE ‘ , zijn naam waardig. Met een welkomstdrankje en een lekker avondmaal sloten we de eerste dag af.


Dag 2 : Op  maandag 9 september keken we naar een zwaar bewolkte lucht en regen. Vandaag stond de Rigi , een berg van 1800 m. op het programma. Zullen we iets te zien krijgen met die bewolkte lucht? Met de bus reden we door  de Seelisbergtunnel (9.292m lang) en via  Altdorf , stad van Willem Tell , langs de Axestrasse , de vroegere drukke weg naar de Gotthardtunnel , naar Brunnen en verder naar Goldau. Daar namen we het oudste tandradtreintje (blauw) naar de Rigi - Klum , de koningin der bergen . En waarlijk de zon is van de partij. Daar aangekomen hadden we een prachtig zicht op het Vierwoudstrekenmeer , het Zugermeer en de omliggende bergen. Na het bewonderen van al dat moois keerden  we terug met het rode treintje naar Vitznau , waar onze chauffeur Norman ons stond op te wachten. Met de bus reden we naar Küssnacht am Rigi . We bezochten waar koningin Astrid verongelukte . In volle zon werd ook de groepsfoto genomen . Verder naar Luzern   , een mooie stad aan het einde vaan het Vierwoudstrekenmeer. Na een geleid bezoek aan deze gezellige stad met de bekende Kapellebrug en de  Jezuïtenkerk zocht iedereen een terrasje op in het zonnetje. Enkelen onder ons wandelden nog tot aan het beroemde monument van de ‘stervende leeuw ‘.

Moe maar voldaan keerden we terug naar ons hotel voor een warme douche, een lekkere  Maïscremesuppe en Pouletschnitzel, en een welverdiende rust.


Dag 3 :  Vandaag staat Berner Oberland op het programma. Een bewolkte lucht is onze reisgenoot. De bus brengt ons langs Stans , Sarnen en de Sarnersee tot aan het romantische stadje Brienz . Deze stad is gekend voor zijn houtbewerkers. De 18° eeuwse huizen zijn versierd met houtsnijwerk. Na een wandeling door het bloemenstraatje , waar menig fototoestel in de aanslag was , keerden we terug naar de bus .  Via de oevers van de Brienzersee reden we naar Grindelwald , een befaamd vakantieoord met zicht op de Eiger. Spijtig genoeg verdween die achter de wolken. Na een zeer lekker middagmaal verkenden we nog eventjes de stad om dan verder te rijden naar Interlaken gelegen tussen de Brienzersee en de Thunersee. Ook hier geen Jungfrau te zien.  Interlaken , een gezellige stad met veel mooie hotels waaronder het Victoria hotel waar de rijken der aarde zich thuis voelen. Van op het 18° verdiep van het Metropoolhotel had men een prachtig zicht op de stad tussen de twee meren.

De terugreis  door het Sarnerdal  verliep in de regen.

En toch hadden we geluk met het weer ; regen wanneer we in de bus zaten en droog wanneer we buiten waren.

Een lekkere kaasfondue sloot deze dag af.


Dag 4 ;  De 4-passentocht in het hooggebergte . De dag begint bewolkt maar droog!  Via de Seelisbergtunnel reden we langs Altdorf door de reussvallei tot Wassen waar een gedenkplaat staat : verbroedering tussen Wassen en Ichtegem.

De wielrenner Depoorter uit Ichtegem is in een tunnel in  Wassen  verongelukt in de ronde van Zwitserland van 1948 .  Deze tunnel werd als eerbetoon de Depoortertunnel  genoemd. We beginnen aan de beklimming van de  Sustenpass op een hoogte van 2224 meter. In de bus genieten we van de bergen en het veranderende landschap. De zon is van de partij bij de eerste stop boven op de Sustenpass. Aan de gevel van de kaasmakerij hangt een geweldig klokkenspel. Volgens onze gids Jo hangen de Zwitsers graag hun klokkenspel buiten(!!).

We dalen af langs de Steinergletjer tot in Innerkirchen waar we aan onze tweede klim beginnen richting Grimselpass op 2165 meter hoogte. Het is een woest en schraal berglandschap . We maken ook kennis met de sneeuw , een voorproefje op de komende winter. De stuwdammen geven een speciaal tintje aan het berglandschap. Na een korte fotostop dalen we af tot Ulrichen waar we van een vrij middagmaal kunnen genieten. De derde pass wordt de Nufenenpass met zijn 2478 meter de hoogste van de 4 passen. Het is ook een woeste en natuurrijke pass.

Onze gids wist ons te vertellen dat er veel marmotten leven in het hooggebergte.

De baas van de marmotten fluit wanneer er gevaar  dreigt. Onze chauffeur, die met zijn 4-passentocht een huzarenstukje opvoerde, heeft wel een marmot gezien maar wij dus niet ; niet vlug genoeg zeker.

“Voor allerhande kwaaltjes zoals reuma , spierpijn kan men marmottenzalf gebruiken. Wanneer men na veelvuldig gebruik  begint te fluiten , heeft de zalf zijn werk gedaan.”, zo vertelde onze gids Jo aan iedereen die het wilde horen.

Op de Nufenenpass ligt er geen sneeuw maar de lucht voelt hier wel ijl aan.

Voorbij de pashoogte komen we in het Italiaans Zwitserland. Een geweldige afdaling brengt ons in Airolo. Hier starten we onze vierde klim naar de Gotthard.

Eerst nemen we een stukje van de oude weg , een met kasseien geplaveide weg die nu nog gebruikt wordt door de postkoets van Wassen naar de Gotthardpass.

We vervolgen dan onze weg langs een nieuwe brede baan en laten de oude weg links liggen.

Boven op de Gotthard  genieten we van een koffiestop en van de afwisseling van wolken en blauwe lucht.

Pas bij de terugtocht begint het te regenen. We hadden weer geluk.

Het was een reuze dag met veel afwisseling in het landschap ; nu eens bebost dan weer ruw met of zonder sneeuw.


Dag 5 : Vandaag  starten we in de regen. Met de Tsb-Bahn naar Treib waar we de boot nemen voor een tochtje op de Urnersee. De boot vaart via Brunnen , Rutli , Sisikon –de Tellskapelle, waar het verhaal van Willem Tell afgebeeld staat, naar Flüelen , het begin van het Vierwoudstedenmeer. De romantische boottocht op de fjordachtige Urnersee was een streling voor het oog. Hier heeft de regen ons gelukkig verlaten.

In Fluelen wachtte de bus ons op voor een korte rit naar Altdorf , de stad van Willem Tell. Na een bezoek aan de stad en een lekker middagmaal rijden we via de Seelisbergtunnel en Stans naar het Engelbergdal. Engelberg is een kloosterstad waar we de Benedictijnenkerk en de prachtige rococokerk met het oudste orgel van Zwitserland kunnen bewonderen. De Titlisberg verstopte zich achter de wolken. Hier was het stil ; men bereidt zich voor op de drukke wintermaanden. Met een wandeling en koffie met of zonder taart beëindigen we onze dag.

Terug naar ons hotel voor de laatste avond.

Met een folklore avond wordt ons verblijf afgesloten. En dat we gelachen hebben… De Seelisbergen-Bastaards hebben het beste van zichzelf gegeven.


Moe maar tevreden vangen we op dag 6 onze terugreis aan.

Het was een mooie reis vol afwisseling met een chauffeur die ons overal veilig naartoe reed en een gids die ons een prachtig deel van Zwitserland heeft leren kennen.


En zoals Yves in zijn dankwoordje zei : wat hebben we deze week geleerd:

Punt 1 : Wij zaten in de mooiste streek van Zwitserland met zijn hoge bergen

Punt 2 : Het klokkenspel van de Zwitsers hangt veel buiten

Punt 3 : spreuk van de week : Het vet van de marmot niet kopen

                                                      Voordat Willem Tell heeft geschoten.


Verslag : Marie-Paule